𝗗𝗲 𝗠𝗲𝗿𝗲𝗹 𝗲𝗻 𝗵𝗲𝘁 𝘀𝗰𝗵𝗲𝗿𝗺 𝘃𝗮𝗻 𝗱𝗲 𝘄𝗮𝗮𝗿𝗵𝗲𝗶𝗱 – 𝗘𝗲𝗻 𝗯𝗼𝘀𝘃𝗲𝗿𝗵𝗮𝗮𝗹 𝗼𝘃𝗲𝗿 𝗵𝗲𝘁 𝗙𝗿𝗮𝘂𝗱𝗲 𝗙𝗶𝗹𝗺 𝗙𝗲𝘀𝘁𝗶𝘃𝗮𝗹

Tien jaar geleden ontstond het idee voor een plek waar verhalen over fraude en bedrog zichtbaar worden. Een verhaal waar verschillende dieren – elk met hun eigen kracht – samenkomen om het festival tot leven te brengen.


De Merel en het scherm van de waarheid
Op een open plek in het bos, waar de zon precies door de bladeren brak en het gras zacht ruiste in de wind, zat de Merel op een lage tak te mijmeren. Hij dacht terug aan dat idee van ruim tien jaar geleden: 

Een eerste filmvoorstelling, midden in het woud. Beelden die zouden onthullen, verhalen die zouden openen, en bovenal: een spiegel voor de waarheid.

Hij had alle dieren uitgenodigd. De Olifant, met zijn feilloze geheugen, kon helpen herinneren aan eerdere gevaren. De Mier, die het nut van samenwerking kende, zou zorgen dat iedereen betrokken bleef. En de Speurneus, de Das, kon aanwijzingen opsporen van wat er misging in het bos.

Maar de Merel wist ook: er waren krachten die niet van licht hielden. De Vos, charmant en glad als altijd, had beloofd te komen, maar de Merel wist dat zijn vacht net zo rood was als de listen die hij smeedde. En dan was er de Mol, die diep in het duister groef en van daaruit invloed uitoefende zonder dat iemand het zag. Waar hij zich precies bevond, wist niemand, maar zijn gangen liepen overal.

Op de avond van de eerste voorstelling kwamen de Duiven aanvliegen. Ze koerden zachtjes over geruchten in het bos – over handel die scheef zat, over dingen die verdwenen, over sporen die niet klopten. De wijze Uil streek neer op een tak en sprak langzaam:

Bedrog groeit in schaduwen. Alleen wie goed kijkt, ziet hoe wortels ondergronds worden aangetast.”

Het doek ging op. Beelden flitsten over het scherm van de open plek: een waterplas die kleiner werd zonder regen, voorraadschuren die leger raakten zonder dat iemand iets haalde. De Olifant knorde bedachtzaam:  Ik herinner me… dit gebeurde eerder.” De Mier keek naar haar buren:  Als we niets doen, wordt het erger.”

Toen zuchtte de Bever, die bekendstond om zijn bouwkunsten.  Samenwerken is goed,” bromde hij,  maar hout en stenen kosten tijd en moeite. Wie helpt mee de kosten te dragen?”

Uit de schaduw klonk een spottende lach. De Wasbeer, altijd bezig met wassen en poetsen, sprong op een stronk.  Weet je wat slim is? Geld rond laten gaan tot niemand meer weet waar het vandaan komt. Even door de rivier laten spoelen, en voilà !

De Uil keek hem strak aan.  Wat wit lijkt, is niet altijd schoon.”

En toen, nog voor de film eindigde, klonk er een geritsel. Tussen het struikgewas gleed de Slang weg, sissend, haastig, alsof iets te dichtbij kwam. En toen, plots, brak een stuk van de bosgrond in: een tunnel die instortte, precies op de plek waar de Mol zich altijd verschool.

De Merel keek rond. Ogen waren geopend, snavels en bekken bewogen zich fluisterend. Dit was waarom hij begonnen was. Dit was waarom het bos samen moest komen.

Hij spreidde zijn vleugels.  Jullie zien het. Jullie herkennen het. Nu is de vraag: wat doen we eraan?”

De wijze dieren bespraken de film na. De Olifant wees op patronen uit het verleden, de Mier legde uit hoe samenwerken kon helpen, en de Uil waarschuwde nogmaals voor schijnbaar slimme oplossingen. De andere dieren luisterden aandachtig.

Toen ze naar huis gingen, klonk er overal zacht geroezemoes. Dit was belangrijk. Dit moest worden voortgezet. En dus beloofden ze: elk jaar komen we zeker terug.

En zo gebeurde het. Elk jaar kwamen de dieren samen op dezelfde open plek in het bos. Ieder dier mocht zijn deskundigheid laten zien: de Bever over bouwen, de Das over speuren, de Olifant over herinneren. Ze vertelden, luisterden, leerden.

Zelfs de Duiven, die normaal naar de Dam vlogen, bleven in het bos. Want bedrog, oneerlijkheid en corruptie kwamen alleen aan het licht als iedereen samenkwam om ze te bestrijden door kennis en inzichten te delen en over hun eigen schaduw heen durven te stappen. Bovendien zorgde de bijeenkomst niet alleen voor scherpere geesten, maar ook voor warme gesprekken, gedeeld eten en een goed glas nectar.

 
Koen Kolodziej